Door Marcel Beijer

ALMERE – De Almeerse gemeenteraad wordt de mogelijkheid ontnomen om tijdig zelfstandig te kunnen beslissen over de ontwikkeling van de stadswijk Floriade.

Dat schrijft Prof. dr. ir. Arjan Bregman in zijn rapportage aan de Volggroep Floriade. De Volggroep, die gevormd wordt door een aantal raadsleden, had Bregman gevraagd welke juridische en financiële risico’s de gemeente loopt nu de aanbesteding van de Floriadewijk in gang is gezet. Bregman is van mening dat de winnende partij in beginsel het juridische recht verkrijgt om het Floriadeterrein en de stadswijk daadwerkelijk te ontwikkelen. ‘De gemeenteraad wordt daardoor feitelijk de mogelijkheid ontnomen om dit go/no go besluit op een later moment alsnog te nemen.’

Volgens Bregman staat deze aanpak onder spanning met eerdere besluitvormingen en uitspraken die door het college zijn gedaan. Het college heeft volgens Bregman namelijk expliciet aangegeven dat het go-no go besluit bij de vaststelling van het ontwikkelingsplan medio november 2017 genomen zou worden. ‘Ik ben van oordeel dat als resultaat van de aanbestedingsprocedure feiten zullen worden gecreëerd ten aanzien waarvan de gemeenteraad eerder heeft aangegeven dat daarover nadere besluitvorming door de gemeenteraad dient plaats te vinden in het kader van de besluitvorming over het Ontwikkelingsplan. Die besluitvorming komt door het juridische karakter van de aanbestedingsprocedure echter de facto bij het college te liggen. (…) Het verdient bijzondere aandacht dat dit een duidelijke verschuiving betekent ten opzichte van het masterplan.’

 

Aanbesteding
Die uitspraak heeft nogal wat gevolgen. Mocht de gemeenteraad – na de aanbesteding – namelijk kiezen voor ingrijpende wijzigingen, dan moet de aanbesteding opnieuw worden gedaan. De gemeente kan dat nog ondervangen door dit expliciet in de aanbesteding te vermelden. ‘Hierdoor wordt voor marktpartijen wel een buitengewoon ongebruikelijk en ook onbeheersbaar risico geïntroduceerd’, aldus Bregman die benadrukt dat een dergelijk risico vanzelfsprekend had kunnen worden vermeden indien zou zijn gekozen voor een omgekeerde werkwijze, waarbij het college – conform eerdere uitlatingen – eerst een voorstel doet voor vaststelling door de raad van beleidsmatig gedragen kaders (in het bijzonder het Ontwikkelingsplan), waarna voor het college duidelijk zou worden welke kaders aan de deelnemers aan de aanbesteding kunnen worden meegegeven.

Artikel geplaatst op: 14 december 2017 – 15:52