De watermolecuul
De structuur van het watermolecuul
Om het fenomeen “water” te begrijpen, moeten we ons begeven in de wereld van de atomen, de kleinste deeltjes (het Griekse atomos betekent ondeelbaar). Deze atomen kunt u zich voorstellen als ons zonnestelsel: om de kern (die uit protonen en neutronen bestaat) cirkelen elektronen in verschillende banen of schillen. Net als bij planeten variëren de banen waarin de elektronen zich bewegen in hun afstand tot de kern.
De binnenste schil bevat maximaal twee elektronen, de tweede en de derde hebben er maximaal acht. Elk atoom streeft ernaar zijn buitenste schil te vullen met het maximale aantal elektronen. Alleen de elektronen van de buitenste schil, de valentie-elektronen, zijn belangrijk voor de chemische reactie. Een watermolecuul met de chemische formule H₂O bevat twee atomen waterstof en één atoom zuurstof. Het waterstofatoom heeft één proton in de kern en één elektron in de schil. Waterstof ioniseert snel door het verlies van zijn enige elektron en wordt zo een alleenstaand H , een geïsoleerd proton, want het waterstofatoom heeft geen neutronen.
Het zuurstofatoom bevat in de kern acht protonen en acht neutronen, alsmede acht elektronen, waarvan twee zich in de binnenste schil bevinden en dus niet beschikbaar zijn voor de chemische reactie. Zuurstof heeft zes valentie-elektronen. Wanneer het zuurstofatoom zich nu met twee waterstofatomen verbindt, dan kan het daarmee de twee elektronen delen. Het zo gevormde watermolecuul heeft nu een totaal van acht valentie-elektronen in de buitenste schil: het zuurstofatoom heeft zijn “doel” bereikt, maar moet de elektronen met de beide waterstofatomen delen.
Vanwege de bijzondere positie van de elektronenparen ontstaat een asymmetrisch molecuul, waarbij de bindende elektronenparen met het waterstof een hoek van 104,5° (in plaats van 109,5° rekenkundig) maken.
Een watermolecuul in het Weerwater
De watermolecuul op grote schaal uitgevoerd zou een plek in het Weerwater niet misstaan. Alles in Almere heeft met water te maken; de naam, het ontstaan en het behoud van de stad. Als een variant op de ijzermolecuul op de wereldtentoonstelling in Brussel in 1958 zou in Almere een vergrote uitvoering van een watermolecuul gerealiseerd kunnen worden.
Het ‘Atomium’ uit 1958 in Brussel in huidige toestand.
Het Atomium is een monument in het Heizelpark in Brussel. Het is een stalen constructie die bestaat uit negen bollen met elk een diameter van 18 meter. De bollen vormen samen het kubisch ruimtelijk gecentreerde kristalstructuur van ijzer, 165 miljard maal vergroot. Het gebouw werd ontworpen door ingenieur André Waterkeyn en is sinds de restauratie bekleed met roestvrij staal. Vijf van de negen bollen zijn toegankelijk voor het publiek.
bron; wikipedia 2016 02 23
Een bouwwerk in de vorm van een watermolecuul zou plaats kunnen bieden aan zwembaden en sauna’s en er zou zelfs een zoutlaag aangeboord kunnen worden om het water te vullen met mineralen. Het zou vorm en functie mooi kunnen laten samenvallen. Iets soortgelijks is gedaan in het plaatsje Burg ten zuiden van Berlijn. In de jaren ’90 van de vorige eeuw heeft men hier op een kilometer diepte een zoutlaag aangeboord en vervolgens de mineralen naar boven gepompt. De bassins zijn gevuld met zout water in verschillende concentraties en er is een wellness-oord ontstaan met een hotel.
Die Spreewälder Thermalsole
Im Laufe der Erdentstehung wurde ein Teil des Meerwassers in flachen Becken von den restlichen Ozeanen abgetrennt. Es verdunstete und hinterließ hochkonzentrierte Mineralstoffe. Durch gewaltigen tektonischen Druck wurden diese Mineralien, unter Erdschichten geschützt, eingeschlossen.
Dort, wo heute natürliche Wässer auf Meerwasserablagerungen stoßen und sich unterstützt durch Erdwärme in ihnen lösen, entsteht Natursole. Je tiefer die Bohrung desto höher die Entnahmetemperatur. Weltweit gibt es Vorkommen unterschiedlicher Konzentration und Zusammensetzung. Ab 1,4 Prozent Salzgehalt (14 g pro l) im Wasser spricht man im Heilbäderwesen von Sole.
Nach spannenden Monaten der Bohrtätigkeit in die geheimnisvolle Tiefe von 1.350 Meter sprudelte am Sonntag, den 7. März 1999 das erste Mal die wertvolle Sole. Die Konzentration der Spreewälder Sole beträgt 23,9 Prozent. Sie ist damit äußerst reichhaltig mineralisiert. Eine Quelltemperatur von 31°C verleiht der Spreewälder Sole außerdem das Prädikat „Thermalsole“.
Zusammensetzung der Spreewälder Thermalsole
Die Spreewälder Thermalsole ist gekennzeichnet durch seine hochwertige Zusammensetzung. Ab 14 g/l Salzgehalt im Wasser spricht man im Heilbäderwesen von Sole. 239 g/l Salze und Mineralien enthält das Sole-Thermalwasser in Burg (Spreewald). Da unter anderem auch 1 mg/l Jodid im Solewasser enthalten ist, kann das Heilwasser die Bezeichnung „jodhaltige Thermalsole“ führen. Sie entspricht den Anforderungen der „Begriffsbestimmungen – Qualitätsstandards für Kurorte, Erholungsorte und Heilbrunnen“ des Deutschen Bäderverbandes und des Deutschen Tourismusverbandes für „Thermal-Sole“.
Gesundheitliche Wirkungen
Der Auftrieb des Wassers entlastet den Körper und die Gelenke. Dieser Effekt wird durch den Salzgehalt der Sole noch verstärkt. Die entspannende Wirkung wird durch die erhöhten Wassertemperaturen in den verschiedenen Becken unterstützt. Die Menschen lieben die Wärme, weil sie ihnen gut tut. Gezielt angewendet kann sie rheumatische und innere Krankheiten wirksam lindern. Wärme ist auch therapeutisch von großem Nutzen, denn sie fördert die Stoffwechselprozesse im Körper. Baden im warmen Wasser stimmt die Menschen fröhlich!
Die Thermalsole von Burg im Spreewald erfüllt folgende Kriterien zur Charakterisierung als natürliches Heilwasser, gemäß Ziffer 2.1.1.4 der „Begriffsbestimmungen – für die Prädikatisierung von Kurorten, Erholungsorten und Heilbrunnen“:
• Therme oder Thermalquelle mit mehr als 20°C (in einer Tiefe von 1.350 m wird die Thermalsole mit 31°C gefasst)
• Sole ist im balneologischen Sinn Wasser, das in einem Liter mindestens 14 g Natriumchlorid (Kochsalz) enthält. Die Spreewälder Thermalsole hat einen Gesamtmineralgehalt von 239 g/l, welcher zu über 90% aus Natriumchlorid besteht.
Aufgrund des hohen Gehaltes an gelösten Mineralstoffen in der Spreewälder Thermalsole ist dieses Heilwasser in seiner ursprünglichen Form balneotherapeutisch für Bäder-, Trink- oder Inhalationskuren nicht nutzbar. Entsprechend der konkreten Anwendungsform muss eine Verdünnung mit Trinkwasser erfolgen.
Im medizinisch-balneologischen Gutachten des Forschungsinstitutes für Balneologie und Kurortwissenschaften Bad Elster werden die balneotherapeutischen Nutzungsmöglichkeiten der Spreewälder Thermalsole aufgezeigt:
bron: http://www.burgimspreewald.de/de/wellness_gesundheit/thermalsole/spreewaelder_thermalsole.php
Een combinatie van binnen en buiten
Het voorbeeld van Burg (Spreewald) resulteert in een warmwaterbad dat zowel binnen als buiten gebruikt kan worden, zowel in de zomer als in de winter. De ervaring om hierin te verblijven is uniek en een dergelijk plan zou gepaard kunnen worden aan de geopperde ideeën voor een zwembak in het Weerwater. Een watermolecuul ziet er al uit als een middel met een zwembroekje. Het wordt dan een ‘weerwatermolecuul’.
zie ook: https://www.2022almere.nl/buiten-zwembad/
